Wat speelt er zich in je hoofd af als je naar een voorwerp kijkt? Wat is het voor een ding, waarvoor dient het, hoe is het gemaakt, wie heeft het gemaakt, waarom is het hier op deze plek, in deze provincie? Of voor de meer poëtische bezoeker: wat doet een voorwerp met je, roept het herinneringen op, nieuwe beelden, geuren of dromen? Geeft het kennis of roept het nog meer vragen op? Is de waarneming doorspekt van heimwee of een visioen? Dit alles en nog meer gebeurt er met de bezoeker als deze de tentoonstelling Zeeuws Museum X Das Leben am Haverkamp (17 februari 2018 t/m 9 juni 2019) bezoekt.
De verwondering over en het zelf interpreteren van lokale voorwerpen uit de collectie Streekdracht en Huisraad van het Zeeuws Museum fascineert Das Leben am Haverkamp. Het is de aanleiding voor het ontwikkelen van een nieuwe collectie kleding, accessoires en andere gebruiksvoorwerpen door dit Haagse ontwerperscollectief. Anouk van Klaveren, Dewi Bekker, Christa van der Meer en Gino Anthonisse gaven voorafgaand aan deze presentatie bezoekers van het museum een opdracht: ‘Geef ons van 40 willekeurige objecten uw omschrijving en wij geven u onze interpretatie terug’. Zo vormde zich een verrassende collectie gebaseerd op waarnemingen van bezoekers.
Doorgaans gebeurt de interpretatie ná het waarnemen van een collectiestuk. Nu is deze waarneming dus het startpunt van een nieuwe interpretatie. Das Leben am Haverkamp legt met dit waarnemingsspel en hun eigen collectie een brug tussen verleden en toekomst, tussen weten en fantaseren, tussen het beeld van jezelf of dat van de ander.
Ook in Johan ten Klooster. Een oosterse kijk op Zeeland (9 juni t/m 9 september 2018) krijg je als bezoeker een ander beeld voorgeschoteld dan je verwacht. De uit Nederlands-Indië afkomstige Johan ten Klooster (1873-1940) heeft een groot deel van zijn leven gewoond en gewerkt in Zeeland. In 2016 ontvangt het Zeeuws Museum van kleinzoon Luc ten Klooster en zijn echtgenote een collectie van met name Zeeuws georiënteerde werken van de hand van grootvader Johan. Deze schenking vormt de basis voor de tentoonstelling. Vanzelfsprekend ligt hierin de nadruk op Zeeland, maar dan wel één met een oosterse blik.
In de tentoonstelling Bilderbuch - Ben Sleeuwenhoek (29 september 2018 t/m 31 maart 2019) laat Sleeuwenhoek zich inspireren door een 19e-eeuws plakboek uit de collectie van het Zeeuws Museum. Hieruit spreekt enerzijds een encyclopedische kijk op de wereld waarbij alles in categorieën wordt ondergebracht en anderzijds een romantisch verlangen door de spontane en intuïtieve manier waarop het plakboek is gemaakt.
Met het nieuwe werk Bilderbuch is Ben Sleeuwenhoek begonnen om zijn beeldarchief te verwerken in collages. Bij het inplakken groepeert hij beelden van gelijksoortige objecten soms alsof het om een wetenschappelijke studie gaat. Andere keren gebruikt hij juist speelse composities en omkering om een strikte interpretatie te vermijden en de inhoud te relativeren. Met Bilderbuch reflecteert Ben Sleeuwenhoek op zijn kunstenaarschap dat in 1973 in Middelburg begint.
Ook de hierboven beschreven tentoonstellingen vertrekken zoals vrijwel altijd vanuit de collectie van het museum. Maar voordat collectie ingezet kan worden voor of aanleiding geeft tot tentoonstellingen moet er onderzoek gedaan worden en de collectie goed geconserveerd/gerestaureerd zijn. 2018 was in dit opzicht een bijzonder jaar. Ter voorbereiding op het 250-jarig jubileum in 2019 van het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen worden 5 externe tentoonstellingen voorbereid en daarvoor geselecteerde collectiestukken geconserveerd en schoongemaakt.
In het textieldepot wordt een start gemaakt met het modelleren of ‘mounting’ van de bestaande paspoppen en bustes. Omdat maten en postuur in de loop van een paar honderd jaar veranderen, krijgen ‘moderne’ paspoppen een afneembaar extra lijf en armen om presentaties van diverse oude kostuumonderdelen levensecht en beter aansluitend te krijgen. De nieuwe mannequins zullen gebruikt worden in de tentoonstelling Mannenpak die in 2019 opent.
In het textieldepot wordt een vrij omvangrijke collectie damasten kledingstukken uit de Zeeuwse streekdracht bewaard. Om het vermoeden te bevestigen dat het gebruikte textiel geweven is in Norwich (VK), start het Zeeuws Museum een meerjarig onderzoek naar deze bijzonder kleurrijke stof. Tijdens bezoeken aan het archief van het Winterthur Museum in Delaware (VS) en diverse musea en depots in Norwich worden door medewerkers van het Zeeuws Museum en textielonderzoeker Remi Veldhoven stalenboeken onderzocht en vergeleken om inzicht te krijgen in de oorsprong van en handel in deze speciale damast. In 2020 wordt de uitkomst van dit onderzoek gepresenteerd in een tentoonstelling.
De collectie blijft levend door nieuwe toevoegingen. In de zaal ‘Land’ van de collectiepresentatie Dit is Zeeland hangt een prachtig stilleven van Adriaen Coorte (ca. 1660 – ca. 1707). Op het schilderij heeft hij op minutieuze wijze een testje aardbeien met een takje kruisbessen ervoor en een bos asperges geflankeerd door een takje rode bessen weergegeven. Coorte’s stillevens zijn wereldwijd geliefd. Ook kunstenaar Frans Dingemanse houdt van deze werken. In 2014 maakt Dingemanse een set van twee mesheften geïnspireerd op een werk van Coorte. In plaats van handvatten gedecoreerd met traditionele Zeeuwse agrarische motieven kreeg het ene mesheft de vorm van een bosje asperges en het andere van een takje besjes. De set kreeg als titel ‘Hommage aan Adriaen Coorte’ en is sinds het najaar van 2018 te bewonderen in de buurt van het stilleven.
Het museum vindt collectiemobiliteit belangrijk en probeert waar mogelijk aan bruikleenverzoeken te voldoen. Ook als dit de beroemde Zeeuwse wandtapijten (eigendom Provincie Zeeland) betreft. Twee van deze tapijten zijn op verschillende momenten elders in Nederland te zien geweest. Van 25 april tot en met 23 september was het wandtapijt Slag bij Lillo te zien in het Nationaal Militair Museum, Soest, als onderdeel van Willem, een tentoonstelling over de jonge jaren van Willem van Oranje. Vrijwel meteen nadat dit wandtapijt was teruggekeerd, ging het tapijt Beleg van Zierikzee op reis. Dit wandtapijt was van 12 oktober 2018 tot en met 20 januari 2019 te bewonderen in de tentoonstelling 80 Jaar Oorlog in het Rijksmuseum, Amsterdam.
Om de lege plaats van de twee wandtapijten te kunnen vullen heeft het Zeeuws Museum van het Rijksmuseum voor de hele periode van april 2018 tot en met januari 2019 een indrukwekkend fragment van een Spaanse scheepsvlag afkomstig uit de Tachtigjarige Oorlog in bruikleen mogen ontvangen.
De museale collectie en de tentoonstellingen zijn een bijzonder aanknopingspunt voor educatie, voor informeel leren. Bij de vaste presentatie Dit is Zeeland is ‘Beeldtaal’ ontwikkeld voor de groepen 3 t/m 6 van het basisonderwijs. Met behulp van museumdocenten gaan leerlingen aan de slag met zowel beeld als taal en met elkaar in gesprek op zaal. Bij het programma worden rekwisieten en collectie gebruikt die het gesprek op gang brengen. Voor leerlingen van groep 1 en 2 van het basisonderwijs is ‘Beestenbal’ ontwikkeld, een ontdekkingstocht in het museum.
De sociaal-maatschappelijke programma’s Onvergetelijk en Huis van Herinnering worden gecontinueerd. Onvergetelijk is een programma voor mensen met dementie en hun mantelzorgers. Huis van Herinnering is een samenwerking met zorgaanbieder SVRZ en MBO opleider Scalda voor oudere mensen die niet meer mobiel zijn. In samenwerking met Samen dementievriendelijk organiseert het museum de publiekstraining Goed omgaan met dementie. Deze training is voor iedereen die meer wil weten over dementie. In de training leert men in simpele stappen beter contact te maken als je een (on)bekende met dementie tegenkomt. De directeur van het museum is sinds april 2018 ambassadeur van project Dementievriendelijk Zeeland.
In 2018 zijn gratis publieksdagen georganiseerd tijdens het Museumweekend, Monumentenweekend, de N8vdN8 en tijdens openingen van de nieuwe exposities. Dit heeft tot doel om voor twijfelaars of voor mensen met lage inkomens de drempel om het museum te bezoeken zo laag mogelijk te maken. Deze evenementen worden vooral door inwoners van Zeeland bezocht. Met name de N8vdN8 is een publiekstrekker van formaat. Het Abdijplein wordt steeds meer het bruisende hart van de activiteiten, in het bijzonder voor gezinnen met kinderen.
Sinds 2012 laten de bezoekcijfers een stijgende lijn zien. Dat geldt ook voor 2018. Vooral bezoekers met een Museumkaart of een VIP-kaart van de BankGiro Loterij weten het museum (ook in de zomermaanden) steeds beter te vinden. Deze stijging is ook financieel interessant. Daarnaast blijft het aantal (gratis) bezoekers van de N8vdN8 stijgen. In 2018 hebben we in huis 54.139 bezoekers mogen ontvangen en op locatie 7.614, totaal 61.753. Dat is 5.651meer dan in 2017 en een stijging van 10 %.
Dankzij een stijging van de opbrengsten uit entreegelden en hogere overige opbrengsten kon het boekjaar worden afgesloten met een licht positief resultaat van € 34.000. De liquiditeits- en vermogenspositie zijn per balansdatum gezond.
De organisatie heeft een gezonde basis, maar blijft in hoge mate afhankelijk van subsidies en fondsbijdragen. De komende jaren zal worden ingezet op een lichte stijging van de overige inkomsten, die noodzakelijk zijn voor een sluitende meerjarenbegroting op de langere termijn.
Wij kijken uit naar 2019. Een jaar waarin we voor het eerst buitenlocaties gaan openen (bij expo Nooit meer werken), de man in de streekdracht centraal stellen (Mann(en)pak) en de Wonderkamers opnieuw gaan inrichten ter gelegenheid van het 250 jarig jubileum van het Zeeuws Genootschap. We hopen dat onderzoek aan onze collectie weer bijzondere verhalen zal opleveren en dat we bijzondere mensen ontmoeten in en rondom het museum. Maar wat we ook gaan doen, altijd laten we ons leiden door onze missie: nieuwe generaties verbinden met het erfgoed van Zeeland.
Graag zie ik u in 2019 (terug) in het Zeeuws Museum.
Marjan Ruiter
Directeur