Van het Vlaams linnen mannenhemd is slechts het halsboord waarin gouden knopen worden gedragen zichtbaar. Het boord is vaak versierd met wit op wit borduurwerk en versterkt met zogenoemde muizentandjes. Hier komt de uitdrukking ‘tot in de puntjes gekleed’ vandaan. Het split is afgezet met Vlaams kloskant. Onderaan dit split zijn een jaartal en de initialen van de drager in kruissteek aangebracht. De initialen zijn handig omdat na het wassen het hemd op een bleekveld werd gedroogd tussen de kleding-stukken van de andere dorpsgenoten. Het hemd is samengesteld uit rechte, onver-sneden lappen, zodat het kan worden hergebruikt. Bij het aankleden wordt de achterslip tussen de benen door naar voren geslagen, deze dient als onderbroek.