Zilveren knopen aan een reeste, 23 stuks
Tot ongeveer de tweede helft van de 19e eeuw dragen Zeeuwse mannen een hemdrok. Deze voorloper van het huidige overhemd is een strak om het bovenlijf gedragen kledingstuk. Om de armen te kunnen bewegen zijn de oksels open. De hemdrok is kleurrijk en wordt van mooi bewerkte stoffen gemaakt. Voorbeelden daarvan zijn geborduurde zijde, grein met een streepje of, zoals hier, wollen damast, dat glanzend is gemaakt door het onder verhitting stevig te wrijven (kalanderen). Het hemd wordt dichtgeknoopt met een reeste, vierentwintig zilveren knopen geregen aan een lange veter.