Dekselbokaal met radgravure, inscriptie: HANSIE IN DE KELDER

In de 18e eeuw nam de belangstelling voor diamantgegraveerde glazen af ten gunste van radgegraveerde en geslepen glazen. De techniek is heel anders dan die van de diamantgravure; door met een diamant in een graveerstift op glas te krassen, ontstaat contrast tussen licht (gekraste delen) en donker (gladde delen). Bij de radgravure wordt de tekening aangebracht door het glas te drukken tegen snel roterende radertjes, die met de voet in beweging worden gebracht. Men heeft het glas hierbij met beide handen vast. Bij deze techniek is het mogelijk verschillende dieptes in te slijpen en te variëren met een keuze aan wieltjes. Ook kan men het mat geslepen oppervlak weer gedeeltelijk glad polijsten. Letters worden meestal in hoofdletters uitgevoerd. De techniek werd rond het midden van de 17e eeuw vanuit Neurenberg naar de Nederlanden overgebracht. Vooral in de 18e eeuw was het zeer populair. Meestal werd hierbij gebruik gemaakt van geïmporteerde Engelse kelken van sprankelend helder loodglas of Duitse glazen van krijtglas.
De voorstellingen variëren van vriendschaps- en huwelijksglazen tot glazen met betrekking tot de kraamtijd. Het krijgen van kinderen om het nageslacht te waarborgen was het belangrijkste doel van het huwelijk in de 17e en 18e eeuw. De voorstellingen op glazen verwijzen hiernaar. Zo verwijst ‘Hansje in de kelder’ naar de zwangerschap. ‘Hansje’ was synoniem voor de ongeboren vrucht, de kelder symboliseerde de moederschoot. Dergelijke glazen dienden om te drinken op de gezondheid van moeder en ongeboren kind.