Op 11 augustus 1665 werd Michiel de Ruyter (1606-1676) benoemd tot bevelhebber van nationale vloot. In 1666 besloten de vijf Admiraliteiten in de Republiek (de Admiraliteit van Amsterdam, de Admiraliteit op de Maze, de Admiraliteit van Zeeland, de Admiraliteit van het Noorderkwartier en de Admiraliteit van Friesland) na het succes van de Vierdaagse Zeeslag het portret van de admiraal in hun raadkamers op te hangen. De opdracht hiervoor werd gegeven aan de Amsterdamse schilder Ferdinand Bol (1616-1680), die de portretten in 1667 afleverde. Van deze portretten die De Ruyter tot de knieën toe afbeelden, zijn er nog vier bewaard waarvan alleen het exemplaar in het Mauritshuis nog de originele gebeeldhouwde lijst heeft. Daarnaast werd door Ferdinand Bol een vereenvoudigde versie van het portret gemaakt waarop De Ruyter tot de heup is afgebeeld. Het schilderij uit de collectie van het Zeeuws Genootschap behoort tot deze groep en bezit nog steeds de oorspronkelijke lijst waarop allerhande oorlogstuig te zien is. De Ruyter heeft zijn commando staf in de hand, rechts ligt zijn vlaggenschip De Zeven Provinciën voor anker.