Lappendeken, één van de oudst bekende lappendekens in Nederland
Stel u heeft met behulp van een patroon uit de Ariadne zelf een mooie nieuwe blouse gemaakt. Wat doet u dan vervolgens met de stukjes textiel die zijn overgebleven? Gooit u die weg of bewaart u ze in een mandje voor 'je weet maar nooit'? In dit laatste geval heeft u waarschijnlijk inmiddels genoeg 'gespaard' om een lappendeken zoals deze te kunnen maken! Hier is met lapjes stof, waarvan allemaal driehoeken zijn gemaakt, een mooi geometrisch patroon gemaakt met in het midden een witte ster. De achterzijde van dit dekentje van 70 bij 90 centimeter heeft eenzelfde patroon, maar dan zonder de ster en met de blokken niet diagonaal maar horizontaal georiënteerd.
De stoffen lapjes zijn sitslapjes, fijn bedrukte katoenen lapjes met een glanslaag om het effect van zijde te imiteren. Oorspronkelijk is sits (of chintz) de naam voor de uit India afkomstige fijne handgeweven katoenen stof met prachtige kleuren en verfijnde motieven. Dit luxegoed bereikt al vanaf de 17e eeuw ons land, maar is niet voor iedereen betaalbaar. Pas vanaf de 18e eeuw kunnen ook gewone mensen zich sits veroorloven, zeker als zich ook in onze omgeving sitsdrukkerijen vestigen. Sits is mooi maar ook heel praktisch. Gekleurde sits kan namelijk gewassen worden zonder dat je bang hoeft te zijn dat de motieven snel vervagen. De stof ontwikkelt zich tot een echt mode-item.
Bij dit soort patchwork van driehoekjes wordt gebruik gemaakt van het licht-donker effect. De driehoeken tegenover elkaar worden telkens afgewisseld voor wat betreft kleur en tint. Op het kinderdekentje hier staat verdeeld over de bovenhoeken het jaartal 1796 in kruissteek. Op de vlakken onder staan wellicht de initialen van de maakster, maar deze zijn niet duidelijk te lezen. We weten helaas niet wie dit is geweest.
Lappendekens zijn een echte rage aan het eind van de 18e eeuw. Een andere naam voor een deken als deze is ook wel bedeldeken, omdat vrouwen onderling lapjes ruilden met elkaar. ’Ik geef jou die en dan krijg jij deze van mij’. In sommige kringen konden de dames door zo te ‘bedelen’ hun dekens verfraaien met een uitbreiding van meerdere stofjes.