De Zeeuwse vrouwendracht kent meer dan twintig verschillende hoofdbedekkingen en is daardoor uniek in Nederland. Een voorbeeld van een hoofdbedekking is de keuvel of sluiermuts. Deze wordt gedragen op de noordelijke Zeeuwse eilanden, maar ook in de Axelse burgerdracht in Zeeuws-Vlaanderen.
Deze sluiermuts hoort bij de Thoolse streekdracht. Hij is gemaakt van tule met een rand van kostbaar Rijsselse kloskant. Nieuwe kloskant is gelig van kleur, nieuwe tule heeft een blauwige waas. Wanneer een muts gewassen moet worden, bootst de draagster het ”nieuweffect” na met thee en blauwsel. Vanaf 1900 wordt op Tholen de streekdracht vervangen door burgermode. Alleen de sluiermuts blijven de vrouwen dragen. De draagsters worden daarom ook wel eeuwige bruiden genoemd.