Schild afkomstig uit Sumatra, Indonesië

Met een schild bescherm je jezelf tegen iemand die je aanvalt. Daarom zou je zeggen dat het van heel stevig materiaal moet zijn gemaakt, om zwaardhouwen en met grote kracht aankomende pijlen te kunnen weerstaan. Dat is echter niet altijd het geval. Vaak worden schilden zoals ook deze van Sumatra en Borneo gemaakt van lichte houtsoorten, leer en gevlochten rietstengels (rotan). Deze bieden wel enige weerstand, maar toch.

De echte kracht van deze schilden komt niet alleen voort uit de fysieke eigenschappen ervan. Kracht ontlenen ze vooral van iets anders: het geloof in bovennatuurlijke krachten. Afbeeldingen op de voorzijde, waaronder soms monsterlijke gezichten, of bepaalde magische handelingen die het schild heeft ondergaan voordat het in gebruik is genomen vormen de eigenlijke bescherming. Soms ook worden schilden voorzien van de haren van reeds verslagen vijanden. Het schild van de Batak heeft aan de achterzijde een set van vijf messing bellen bevestigd. Ook het geluid van deze bellen is bedoeld ter afschrikking.

De krijger die het schild draagt, heeft ongetwijfeld beschermende rituelen ondergaan en draagt waarschijnlijk amuletten die hem onoverwinnelijk en onkwetsbaar moeten maken. Toch is dit alles echter geen garantie. Wat nu als al deze bovennatuurlijke krachten en dit vertrouwen niet werken en het slecht afloopt met de drager van een schild? Twee mogelijke oorzaken zijn dan te benoemen: de voorouders of goden moeten boos of ontevreden zijn geweest. Of de vijand heeft sterkere magie gebruikt. Tja, en hoe kun je dat meten?