De kris, een typisch wapen uit Indonesië. Het staat vaak symbool voor de band tussen Nederland en zijn voormalige kolonie Nederlands-Indië. Toch worden ook buiten Indonesië krissen aangetroffen, namelijk in Maleisië, Zuid-Thailand en op de Filipijnen. Een kris is een verdedigings- en aanvalswapen. Zeker zo belangrijk is echter zijn rol als statussymbool, zoals dat vooral geldt voor het gebruik ervan vroeger op Java. Het is dan een vast onderdeel van de dagelijkse kledij van een man. Afhankelijk van regio of gebeurtenis zijn er strikte regels voor het dragen van een kris. In traditionele huwelijksceremonies speelt het wapen nog steeds een voorname rol. Aan een kris worden vaak ook magische krachten toegeschreven.

Het lemmet van een kris wordt gemaakt door een speciale krissensmid, meestal vergezeld van allerlei rituelen. Door het samensmeden van diverse soorten metaal ontstaat de zogenaamde pamor, het patroon en de mooie lijnenstructuur in het blad. De golvende vorm van het lemmet symboliseert de bewegingen van een mythische slang (naga). Is het lemmet recht van vorm dan rust de slang.

Volledig en van één stuk ijzer gesmeed is de zogenaamde kris Majapahit. Dit type kris zonder schede en meestal met recht lemmet wordt vaak van generatie op generatie, van vader op zoon, doorgegeven als kostbaar familie-erfstuk (pusaka). Het fungeert meestal ook als amulet welke de oogst beschermt tegen ziekte en ongedierte. Het heft is een gestileerd mensfiguur. Deze kris komt van Java en is gemaakt in de periode tussen 1600 en 1800.