Tabakrasp
Zin in een sigaret? Vergeet het maar! Tegenwoordig is roken niet meer zo vanzelfsprekend. Je moet er aardig wat voor over hebben om nog aan je trekken te komen. Het gebruik van tabak is behoorlijk aan banden gelegd; zowel praktisch, want waar mag je nu nog roken, als in aanschaf, tabak kost met name vanwege accijns immers aardig wat euro's. Dit is allemaal wel eens anders geweest.
Columbus ontdekt in de 15e eeuw Amerika. Één van de nieuwe producten die vandaar ook ons werelddeel bereikt, is tabak. Vanaf de 17e eeuw groeit de bekendheid van en met tabak. Het is ook dan een kostbaar goed. Eerst wordt tabak vooral gebruikt door het te snuiven. Voor het bereiden van snuif heb je een tabaksrasp nodig, zoals hier het exemplaar van ivoor. Later wordt het roken van een pijp gewoon. In het begin zijn dat pijpaardewerken pijpen met kleine kopjes vanwege de hoge prijs. In de 18e eeuw wordt tabak goedkoper en dus worden de pijpenkoppen groter. Roken wordt vanaf dat ogenblik steeds meer een gewone zaak. Begin 19e eeuw doet de sigaar zijn intrede; de sigaret kennen we pas vanaf begin 20e eeuw.
Rook je een pijp dan gebruik je die pijp meerdere malen. Aardewerken pijpen willen nogal eens breken. Het is eigenlijk een wegwerpproduct. Ideaal voor archeologen, want je vindt de stukjes ervan dus overal! Een pijp van hout gaat meestal veel langer mee.
Bij het roken van een pijp horen enkele gereedschappen. Zo kun je gebruikmaken van een tabakscomfoor. Hierin gloeien kooltjes, zodat je met een dun houten stokje het vuur hieruit kunt overbrengen naar je pijp. En wil je de tabak verversen in je pijp, gebruik je een pijpenpeuter om de pijpenkop eerst schoon te maken. Met een tabaksrasp zoals deze maak je je tabak fijn.