Het Slabberjanspel is vooral bekend op Walcheren, maar wordt ook elders in Zeeland gespeeld. Vooral in de tijd van kerst, oud- en nieuwjaar en ook in de slachttijd is het populair. Het spel draait om het ruilen van speelstukken. De 42 stukken, verdeeld over twee sets van 21, hebben verschillende waarden. De vier hoge en vier lage waarden zijn figuurtjes. Daartussenin zitten dertien cijfers. De vier stukken met de hoogste waarden, ook wel matadoren genoemd, hebben de namen Herberg, Poesje, Vogel en Kap-af of Ruiter. De vier laagste waarden heten Jan Rit, Smoel, Pispot en Blind. Door het ruilen probeert men de eigen positie in het spel te verbeteren. Spelregels geven aan in welke volgorde wordt gespeeld en bepalen wat spelers moeten zeggen of doen tijdens het spel. Slabberjan kan in principe met twee tot 42 spelers worden gespeeld.
De speelstukken worden meestal opgeborgen in een zelfgenaaide zak van ‘schortenbont’ of andere voorhanden zijnde stoffen. Tijdens het spel worden de speelstukken gaandeweg uit deze zak gehaald.

Het Slabberjanspel wordt vaak als een typisch Zeeuws spel beschouwd. In Noorwegen (Slebber Jen), Denemarken (Gnav), Duitsland (Vogelspiel) en Italië (Cambio) bestaan echter spellen die lijken op Slabberjan. Sommige uitdrukkingen evenals afbeeldingen op speelstukken komen ook voor in het buitenland. De precieze herkomst en geschiedenis van dit spel zijn helaas niet bekend.